30 november 2017
29 november 2017
Agfa Jsoly + T-Max 100 (120)
Deze foto’s zijn genomen met dezelfde camera als in de post Connecting the dots. Deze keer geen dot te bekennen. Agfa Isoly Junior (Jsoly) met verlopen Kodak T-Max 100 (120), caffenol, standontwikkeling 70 min.
Ex Libris J.W. van Kampen & Marie Pusch
Soms ontdek je eens iets in een boek dat je al had. Zoals een interessant ex libris.Ex·Libris
J·W·van
Kampen
&Marie
Pusch
Je kunt in eerste instantie ook ‘Pvsch’, ‘Pvscho’ of ‘Puscho’ lezen maar zoals hieronder blijkt, is het toch echt ‘Pusch’. Het is natuurlijk leuk om even wat zoekmachines te gebruiken om te zien of deze namen iets opleveren.
Een eerste zoekactie geeft bizar genoeg een treffer op een Tsjechische site: Moravská galerie, een galerie gevestigd in Brno. Op deze pagina worden de beide namen inderdaad genoemd, maar helaas wil het bijbehorende plaatje op de site niet laden.
Een andere treffer levert iets meer op: Frederikshavn Kunstmuseum & Exlibrissamling. Hetzelfde ex libris. Het lijkt toch een bijzonder gevalletje te zijn, als het te vinden is in Tsjechië en Denemarken.
Verder zoeken is erg lastig, vooral omdat er ook nu mensen leven die J.W. van Kampen en Marie Pusch heten. We kunnen natuurlijk nog wel even zoeken naar de initialen ‘HCAvK’. Ook dat levert aanvankelijk niet veel treffers op, maar wel leuke. Op de site van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) vinden we dit stukje tekst:
H.C.A. van Kampen
Dit [...] draagt onder aan de rug de initialen HCAvK. Het bandontwerp is van Hermann Carl Anton van Kampen(1881-1946), bekend om zijn boeken over de zeilkunst.
Ook uit een PDF op de site van cultuurtijdschriften.nl blijkt dat HCAvK actief is geweest als boekomslagontwerper. Zo heeft hij het omslag voor De wilde tuin van H.P. Kelder gemaakt (een afbeelding van het oorspronkelijke boek is in de PDF te vinden; het omslag hieronder is van een fotografische herdruk die op het moment van schrijven te koop is via boekwinkeltjes.nl).
De wilde tuin is uitgegeven bij Uitgeverij P.N. van Kampen. DBNL zegt hierover:
“Uitgeverij P.N. van Kampen te Amsterdam werd in 1841 gesticht door P.N. van Kampen (1818-1888). In 1873 kwam zoon N.G. van Kampen (1849-1915) in de zaak en werd de bedrijfsnaam veranderd in P.N. van Kampen & Zoon. Begin 1907 volgden N.G. van Kampens beide zoons: H.C.A. van Kampen (1881-1946) en Jan Wijnand van Kampen (1883-1968). H.C.A. van Kampen trok zich in 1927 echter terug. December 1931 werd het bedrijf een Naamloze Vennootschap. J.W. van Kampen haalde zijn zoon Bob van Kampen (1908-1977) in het bedrijf. Hij werd in 1935 mededirecteur.”
En in dat tekstfragment vinden we dan ineens zowel H.C.A. van Kampen, oftewel Hermann Carl Anton, en J.W. van Kampen, oftewel Jan Wijnand. Het ex libris is dus door HCAvK gemaakt voor broer JWvK en diens partner. Het blijkt een kleine wereld te zijn.
Nu we meer informatie hebben, is het makkelijker zoeken. Zo blijkt hier dat Hermann Carl Anton mede-oprichter en hoofdredacteur was van de Waterkampioen. En:
“Van Kampen ontwierp en tekende (als autodidact) door de jaren heen honderden, vooral kleine jachten en publiceerde daar regelmatig over in de Waterkampioen. Zijn bootjesliefde en hand van tekenen lieten een breed scala toe: wedstrijdboten, kajuitzeiltoerjachten, motorjachtjes, open zeilboten, woonboten en een grundel. Ook besprak hij vaak Amerikaanse, Engelse, Franse en Duitse jachtontwerpen. In feite publiceerde hij al een aantal jaren eerder in De Watersport en Ons Element, Watersportbladen waarvan hij redactiemedewerker was. Maar met zijn stroom aan publicaties in de Waterkampioen groeide hij uit tot een begrip. Hij was de Waterkampioen.”
Op DBNL vinden we veel interessante informatie over Jan Wijnand en de uitgeverij:
“Ten tijde van de voltooiing van Kaas kreeg Elsschot aanbiedingen van Nijgh & Van Ditmar, De Wereldbibliotheek en P.N. van Kampen, zeker niet de minsten. P.N. van Kampen & Zoon legde zich al bijna een eeuw toe op geschiedenis, staatswetenschap en literatuur. De uitgeverij bracht onder meer De Gids en werk van Boutens, Couperus, Hélène Swarth en Ina Boudier-Bakker. In de jaren dertig waren Jan Wijnand van Kampen en diens zoon Bob directeur. Het fonds omvatte toen watersport, vaderlandse cultuurgeschiedenis en op literair gebied Greshoffs Verzameld werk, de Holland-bibliotheek en werk van onder anderen Top Naeff en Felix Timmermans.
En van Willem Elsschot. Die koos uiteindelijk Van Kampen als uitgever voor Kaas, omdat Bob van Kampen aanwezig was geweest bij de voorlezing van het manuscript, op 2 maart 1933 in Ary Delens werkkamer te Antwerpen. Later beschreef Van Kampen die avond als onvergetelijk.”
De gegevens van Jan Wijnand zijn ook te vinden op de genealogische site Geneanet, in de stamboom van E.J. Nicolaas:
Algemeen Handelsblad, 19 augustus 1968 Algemeen Handelsblad, 12 april 1960
Het toeval wil dat bovenstaand ex libris ook in een boek van Uitgeverij P.N. van Kampen is terechtgekomen: Of misschien is dat helemaal geen toeval. Per slot van rekening zullen de Van Kampens gemakkelijk toegang gehad hebben tot boeken van de eigen familie-uitgeverij P.N. van Kampen & Zoon.
J·W·van
Kampen
&Marie
Pusch
Je kunt in eerste instantie ook ‘Pvsch’, ‘Pvscho’ of ‘Puscho’ lezen maar zoals hieronder blijkt, is het toch echt ‘Pusch’. Het is natuurlijk leuk om even wat zoekmachines te gebruiken om te zien of deze namen iets opleveren.
Een eerste zoekactie geeft bizar genoeg een treffer op een Tsjechische site: Moravská galerie, een galerie gevestigd in Brno. Op deze pagina worden de beide namen inderdaad genoemd, maar helaas wil het bijbehorende plaatje op de site niet laden.
Een andere treffer levert iets meer op: Frederikshavn Kunstmuseum & Exlibrissamling. Hetzelfde ex libris. Het lijkt toch een bijzonder gevalletje te zijn, als het te vinden is in Tsjechië en Denemarken.
Verder zoeken is erg lastig, vooral omdat er ook nu mensen leven die J.W. van Kampen en Marie Pusch heten. We kunnen natuurlijk nog wel even zoeken naar de initialen ‘HCAvK’. Ook dat levert aanvankelijk niet veel treffers op, maar wel leuke. Op de site van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) vinden we dit stukje tekst:
H.C.A. van Kampen
Dit [...] draagt onder aan de rug de initialen HCAvK. Het bandontwerp is van Hermann Carl Anton van Kampen
Ook uit een PDF op de site van cultuurtijdschriften.nl blijkt dat HCAvK actief is geweest als boekomslagontwerper. Zo heeft hij het omslag voor De wilde tuin van H.P. Kelder gemaakt (een afbeelding van het oorspronkelijke boek is in de PDF te vinden; het omslag hieronder is van een fotografische herdruk die op het moment van schrijven te koop is via boekwinkeltjes.nl).
De wilde tuin is uitgegeven bij Uitgeverij P.N. van Kampen. DBNL zegt hierover:
“Uitgeverij P.N. van Kampen te Amsterdam werd in 1841 gesticht door P.N. van Kampen (1818-1888). In 1873 kwam zoon N.G. van Kampen (1849-1915) in de zaak en werd de bedrijfsnaam veranderd in P.N. van Kampen & Zoon. Begin 1907 volgden N.G. van Kampens beide zoons: H.C.A. van Kampen (1881-1946) en Jan Wijnand van Kampen (1883-1968). H.C.A. van Kampen trok zich in 1927 echter terug. December 1931 werd het bedrijf een Naamloze Vennootschap. J.W. van Kampen haalde zijn zoon Bob van Kampen (1908-1977) in het bedrijf. Hij werd in 1935 mededirecteur.”
En in dat tekstfragment vinden we dan ineens zowel H.C.A. van Kampen, oftewel Hermann Carl Anton, en J.W. van Kampen, oftewel Jan Wijnand. Het ex libris is dus door HCAvK gemaakt voor broer JWvK en diens partner. Het blijkt een kleine wereld te zijn.
Nu we meer informatie hebben, is het makkelijker zoeken. Zo blijkt hier dat Hermann Carl Anton mede-oprichter en hoofdredacteur was van de Waterkampioen. En:
“Van Kampen ontwierp en tekende (als autodidact) door de jaren heen honderden, vooral kleine jachten en publiceerde daar regelmatig over in de Waterkampioen. Zijn bootjesliefde en hand van tekenen lieten een breed scala toe: wedstrijdboten, kajuitzeiltoerjachten, motorjachtjes, open zeilboten, woonboten en een grundel. Ook besprak hij vaak Amerikaanse, Engelse, Franse en Duitse jachtontwerpen. In feite publiceerde hij al een aantal jaren eerder in De Watersport en Ons Element, Watersportbladen waarvan hij redactiemedewerker was. Maar met zijn stroom aan publicaties in de Waterkampioen groeide hij uit tot een begrip. Hij was de Waterkampioen.”
Op DBNL vinden we veel interessante informatie over Jan Wijnand en de uitgeverij:
“Ten tijde van de voltooiing van Kaas kreeg Elsschot aanbiedingen van Nijgh & Van Ditmar, De Wereldbibliotheek en P.N. van Kampen, zeker niet de minsten. P.N. van Kampen & Zoon legde zich al bijna een eeuw toe op geschiedenis, staatswetenschap en literatuur. De uitgeverij bracht onder meer De Gids en werk van Boutens, Couperus, Hélène Swarth en Ina Boudier-Bakker. In de jaren dertig waren Jan Wijnand van Kampen en diens zoon Bob directeur. Het fonds omvatte toen watersport, vaderlandse cultuurgeschiedenis en op literair gebied Greshoffs Verzameld werk, de Holland-bibliotheek en werk van onder anderen Top Naeff en Felix Timmermans.
En van Willem Elsschot. Die koos uiteindelijk Van Kampen als uitgever voor Kaas, omdat Bob van Kampen aanwezig was geweest bij de voorlezing van het manuscript, op 2 maart 1933 in Ary Delens werkkamer te Antwerpen. Later beschreef Van Kampen die avond als onvergetelijk.”
De gegevens van Jan Wijnand zijn ook te vinden op de genealogische site Geneanet, in de stamboom van E.J. Nicolaas:
- Né le 13 août 1883 - Amsterdam
- Décédé le 17 août 1968 - Loenen a/d Vecht , à l’âge de 85 ans
- Uitgever
- Marié le 23 juillet 1907, Bloemendaal, avec Maria Johanna Pusch 1884-1960
- Née le 29 novembre 1884 - Amsterdam
- Décédée le 9 avril 1960 - Overveen , à l’âge de 75 ans
- Medisch assistente
- Mariée le 23 juillet 1907, Bloemendaal, avec Jan Wijnand van Kampen 1883-1968
- scheiding: 3 januari 1933 uitgesproken Bloemendaal Scheiding
- Mariée le 30 janvier 1933, Gravesend (UK), avec Johannes van Veen 1880-1961
Daarna loopt het spoor bijna letterlijk dood.
We kunnen er wel van uitgaan dat het ex libris van HCAvK voor J.W. van Kampen en Marie Pusch gemaakt is enige tijd voor of na de huwelijksdatum (23 juli 1907) en in elk geval voor de datum van scheiding (3 januari 1933). Er is ongetwijfeld meer informatie te achterhalen over dit stukje papier. De vogel op het plaatje is bijvoorbeeld intrigerend, dus wordt misschien vervolgd.
Het toeval wil dat bovenstaand ex libris ook in een boek van Uitgeverij P.N. van Kampen is terechtgekomen: Of misschien is dat helemaal geen toeval. Per slot van rekening zullen de Van Kampens gemakkelijk toegang gehad hebben tot boeken van de eigen familie-uitgeverij P.N. van Kampen & Zoon.
27 november 2017
Orwo NP 20
Met een film als de Orwo NP 20 weet je natuurlijk nooit wat je in huis haalt. De film is Made in German Democratic Republic maar aan de doos kun je niet goed zien van wanneer de film is (ELN 149 42 11 1 - TGL 7441 zal vast iets betekenen maar zie het maar te ontcijferen). En als je bijvoorbeeld in 2017 zo’n film koopt, kan er echt van alles mee gebeurd zijn. Eigenlijk kun je maar één ding doen: kijken wat er gebeurt.
Halverwege de film begon de camera (Canon EOS 500) zéér alarmerende geluiden te maken, dus de film is uiteindelijk maar voor iets meer dan de helft volgeschoten.
Na het ontwikkelen van de film (caffenol, standontwikkeling 70 min.) leken de resultaten op het oog best aardig te zijn. Op het oog, want op de scanner wilde de film eigenlijk niet. De film was zo sterk gebogen dat het scannermaskertje spontaan opensprong na vastklikken. Het resultaat is dat er misschien vijf negatieven gescand zijn, daarna werd de frustratie te groot.
De negatieven gaan dus nu een half jaartje rusten in een boek dat stevig klem staat. Tegen die tijd gaan we het weer eens proberen. Deo volente, en ijs en weder en geheugen dienende.
Oh, het beste resultaat van de gescande batch was deze foto. De lichtstroken boven en vooral onder komen dus door de krulling. Benieuwd wat deze oplevert als het negatief wat platter is.
Zie ook The Incredible Soft Tones of Orwo NP 20 (35mm, 80 ISO) (Lomography)
Halverwege de film begon de camera (Canon EOS 500) zéér alarmerende geluiden te maken, dus de film is uiteindelijk maar voor iets meer dan de helft volgeschoten.
Na het ontwikkelen van de film (caffenol, standontwikkeling 70 min.) leken de resultaten op het oog best aardig te zijn. Op het oog, want op de scanner wilde de film eigenlijk niet. De film was zo sterk gebogen dat het scannermaskertje spontaan opensprong na vastklikken. Het resultaat is dat er misschien vijf negatieven gescand zijn, daarna werd de frustratie te groot.
De negatieven gaan dus nu een half jaartje rusten in een boek dat stevig klem staat. Tegen die tijd gaan we het weer eens proberen. Deo volente, en ijs en weder en geheugen dienende.
Oh, het beste resultaat van de gescande batch was deze foto. De lichtstroken boven en vooral onder komen dus door de krulling. Benieuwd wat deze oplevert als het negatief wat platter is.
Connecting the dots
Eigenaardige stipvorming op foto’s gemaakt met een Agfa Jsoly. De camera is recentelijk eerder gebruikt, toen waren er geen problemen, dus het moet aan de film liggen, een Fujifilm Pro 400H 120 van onbekende herkomst. En inderdaad, als je het dekpapier bekijkt: Vreemd genoeg is niet de hele film zo. Deze opnamen zijn van dezelfde rol:En nog een mooie dubbele belichting om het af te leren, ook van dezelfde filmrol.Al met al raadselachtig, maar dat is ook wel de charme van oude film die je tweedehands koopt.