31 januari 2018
3 Scouts 3 (bis)
1. Mevrouw Johnson en een leeuw, die het gewaagd had aan te vallen.
2. Doug geeft den heer Johnson les in het maken van filmopnamen.
3. Hoe Dick zich voorstelt dat een goed leeuwenjager moet uitgerust zijn.
4. Mogo wordt geleerd hoe hij zich als een goed padvinder moet gedragen.
5. Nadat de leeuw met de camera had kennis gemaakt.
Uit:
Drie padvinders in Afrika's wildernis
door
Robert Dick Douglas, Jr.
David R. Martin, Jr.
Douglas L. OLiver
H. Meulenhoff - Amsterdam, 1929
Geautoriseerde uitgave
vertaald door F. Beijerink.
Meer: 3 Scouts 3
2. Doug geeft den heer Johnson les in het maken van filmopnamen.
3. Hoe Dick zich voorstelt dat een goed leeuwenjager moet uitgerust zijn.
4. Mogo wordt geleerd hoe hij zich als een goed padvinder moet gedragen.
5. Nadat de leeuw met de camera had kennis gemaakt.
Uit:
Drie padvinders in Afrika's wildernis
door
Robert Dick Douglas, Jr.
David R. Martin, Jr.
Douglas L. OLiver
H. Meulenhoff - Amsterdam, 1929
Geautoriseerde uitgave
vertaald door F. Beijerink.
Meer: 3 Scouts 3
3 Scouts 3
1. Dave, Doug en Dick.
2. Op de slagvelden in Noord-Frankrijk.
3. Dick, Doug en Dave ontmoeten de Zuid-Afrikaansche padvinders.
Uit:
Drie padvinders in Afrika's wildernis
door
Robert Dick Douglas, Jr.
David R. Martin, Jr.
Douglas L. OLiver
H. Meulenhoff - Amsterdam, 1929
Geautoriseerde uitgave
vertaald door F. Beijerink.
Meer: 3 Scouts 3 (bis)
2. Op de slagvelden in Noord-Frankrijk.
3. Dick, Doug en Dave ontmoeten de Zuid-Afrikaansche padvinders.
Uit:
Drie padvinders in Afrika's wildernis
door
Robert Dick Douglas, Jr.
David R. Martin, Jr.
Douglas L. OLiver
H. Meulenhoff - Amsterdam, 1929
Geautoriseerde uitgave
vertaald door F. Beijerink.
Meer: 3 Scouts 3 (bis)
30 januari 2018
Uit de nagelaten foto's: faillissement M.J. Potuijt, 1932
Faillissement M.J. Potuijt, kantoorbediende, Hoefkade 401, Den Haag
Haagsche Courant, 1 april 1932
Dit artikel is onderdeel van een reeks. Meer lezen? Klik hier.
Haagsche Courant, 1 april 1932
Dit artikel is onderdeel van een reeks. Meer lezen? Klik hier.
Uit de nagelaten foto's: de leerrede van ds. A. Potuijt
Zoals we weten is Matthijs J. Potuijt de zoon van Adrianus Potuijt. In 1898 staat op de geboorteaangifte van Matthijs vermeld dat Adrianus 'werkman' is, maar enkele jaren later staat hij te boek als 'prediker'. Zie o.a. Ledeboerianen en Kruisgezinden, een kerkhistorische studie over het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten (1834-1927) van drs. H. A. Hofman voor meer informatie. (Link naar pdf hier.)
In de hoedanigheid van ds. heeft hij ook het boekje Eene vrouw als redster des volks geschreven geschreven (J.J. Wirds, Utrecht 1915). Deze leerrede is een typisch voorbeeld van een tekst die voor een leek vanuit de hedendaagse leesstoel wat lastig te duiden is. Wat citaten:
"De waarheid struikelt op de straat en wat recht is kan er niet door. Men zendt leraars naar de heidenen, maar wat het gros betreft, wordt Neêrlands volk een gedoopt heidendom."
"Ge kunt veel met de tijdsomstandigheden te doen hebben, maar weet het, uw ziel ligt in 't verderf; de tijd loopt voor elk mensch ten einde en dan voor God, den Rechter van hemel en aarde te moeten verschijnen, dan zullen in de eeuwigheid uw oogen opengaan, doch helaas, te laat."
"Waar in die tijden, de nauwe band van eenheid met Christus, door het geloof beleefd werd, met verlies van zichzelven, daar drukte de liefde zoo in het harte, dat de ziel uitroept: Dierbare Borg, alles hebt Gij voor mij gedaan en ik van mijzelf niets dan zonde, en deze door den H. Geest gedurig te leggen op Hem, als het altaar der verzoening, totdat de strijd hier beneden gestreden is en het zondige een einde zal nemen."
Het waren andere tijden. Online is nog een aardig artikel uit 1969 van H.M. Stoppelenburg uit de Kerkhistorische Kroniek te vinden waarin de loopbaan van A. Potuijt kort wordt besproken. Er is op het internet sowieso nog veel meer te vinden over deze interessante figuur, dus ook dit lijntje wordt waarschijnlijk vervolgd. Ledeboeriaanse Gemeenten
Oud-Gereformeerde Gemeenten (1907-1948)
Uit: De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 36, 1914-1915, no 45, 30-06-1915
Dit artikel is onderdeel van een reeks. Meer lezen? Klik hier.
In de hoedanigheid van ds. heeft hij ook het boekje Eene vrouw als redster des volks geschreven geschreven (J.J. Wirds, Utrecht 1915). Deze leerrede is een typisch voorbeeld van een tekst die voor een leek vanuit de hedendaagse leesstoel wat lastig te duiden is. Wat citaten:
"De waarheid struikelt op de straat en wat recht is kan er niet door. Men zendt leraars naar de heidenen, maar wat het gros betreft, wordt Neêrlands volk een gedoopt heidendom."
"Ge kunt veel met de tijdsomstandigheden te doen hebben, maar weet het, uw ziel ligt in 't verderf; de tijd loopt voor elk mensch ten einde en dan voor God, den Rechter van hemel en aarde te moeten verschijnen, dan zullen in de eeuwigheid uw oogen opengaan, doch helaas, te laat."
"Waar in die tijden, de nauwe band van eenheid met Christus, door het geloof beleefd werd, met verlies van zichzelven, daar drukte de liefde zoo in het harte, dat de ziel uitroept: Dierbare Borg, alles hebt Gij voor mij gedaan en ik van mijzelf niets dan zonde, en deze door den H. Geest gedurig te leggen op Hem, als het altaar der verzoening, totdat de strijd hier beneden gestreden is en het zondige een einde zal nemen."
Het waren andere tijden. Online is nog een aardig artikel uit 1969 van H.M. Stoppelenburg uit de Kerkhistorische Kroniek te vinden waarin de loopbaan van A. Potuijt kort wordt besproken. Er is op het internet sowieso nog veel meer te vinden over deze interessante figuur, dus ook dit lijntje wordt waarschijnlijk vervolgd. Ledeboeriaanse Gemeenten
Oud-Gereformeerde Gemeenten (1907-1948)
Uit: De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 36, 1914-1915, no 45, 30-06-1915
Dit artikel is onderdeel van een reeks. Meer lezen? Klik hier.
Gestart zonder concrete plannen
"De openbare ruimte in de wijk Zonnemaat krijgt een opfrisbeurt. In tegenstelling tot andere projecten is gestart zonder concrete plannen." (Bron: website gemeente Zevenaar)
29 januari 2018
Martinus in roodtinten
Foto's gemaakt in januari 2018 op Begraafplaats Martinus in Didam met een Canon 500 en Lomography Redscale-film. De roodtinten van deze film kunnen aardig variëren naargelang de kracht van de zon en positie van de camera ten opzichte van de zon veranderen.
Eerdere foto's van deze fraaie kleine begraafplaats vind je hier.
Eerdere foto's van deze fraaie kleine begraafplaats vind je hier.
28 januari 2018
Uit de nagelaten foto's: hoe de geschiedenis zich herhaalt
Het is natuurlijk een cliché om te stellen dat de geschiedenis zich herhaalt, maar tijdens de speurtocht naar aanleiding van de nagelaten foto's, blijkt hier toch wel sprake van een verhaal dat zich over de generaties heen lijkt te herhalen. Na wat onderzoek bleek dat Johanna Evers het kind was van een ongehuwde moeder. In 1929 werd ze zelf ongehuwd moeder. Nu is dat anno nu niet zo heel schokkend maar in 1907 en 1929 was dat andere koek.Zo staat op de website van Canon Maatschappelijke opvang Nederland:
Van oudsher vormden ongehuwde zwangere vrouwen een kwetsbare groep. Seks voor het huwelijk was taboe, maar het gebeurde, vrijwillig of niet. Een ‘gevallen vrouw’ was een schande voor de familie. Ze werd door haar familie verstoten en wie werkte werd ontslagen (ongehuwde zwangerschappen kwamen veel voor onder dienstbodes). Ze stond met haar kind op straat: het verdiende loon voor haar ‘hoerige gedrag’.
Rond 1850 begonnen gegoede burgers zich om deze ‘gevallen’ vrouwen te bekommeren. In 1848 richtten ds. Ottho Gerhard Heldring en diacones Petronella Voûte in Zetten het Asyl Steenbeek op, bedoeld voor ongehuwde moeders, prostituees die uit het vak wilden en ex-gevangenen die anders in de prostitutie belandden. De hulpverlening ging hand in hand met prostitutiebestrijding. Jonge moeders werden onderworpen aan een streng resocialisatieprogramma waarin het aankweken van zondebesef centraal stond, gecombineerd met scholing en kinderopvang. Zo’n paternalistisch beschavingsoffensief zou vandaag de dag ondenkbaar zijn, maar voor de meisjes destijds was het misschien wel de enige aanvaardbare uitweg uit de penarie. Het initiatief vond navolging, aanvankelijk vooral in protestantse kring, later ook onder katholieken. De tehuizen werden hoofdzakelijk gefinancierd uit giften via de kerk. Overheidssteun was een zeldzaamheid.
Als je zoiets leest, kun je zoveel decennia later nog steeds plaatsvervangend droevig worden.
Dit artikel is onderdeel van een reeks. Meer lezen? Klik hier.
Van oudsher vormden ongehuwde zwangere vrouwen een kwetsbare groep. Seks voor het huwelijk was taboe, maar het gebeurde, vrijwillig of niet. Een ‘gevallen vrouw’ was een schande voor de familie. Ze werd door haar familie verstoten en wie werkte werd ontslagen (ongehuwde zwangerschappen kwamen veel voor onder dienstbodes). Ze stond met haar kind op straat: het verdiende loon voor haar ‘hoerige gedrag’.
Rond 1850 begonnen gegoede burgers zich om deze ‘gevallen’ vrouwen te bekommeren. In 1848 richtten ds. Ottho Gerhard Heldring en diacones Petronella Voûte in Zetten het Asyl Steenbeek op, bedoeld voor ongehuwde moeders, prostituees die uit het vak wilden en ex-gevangenen die anders in de prostitutie belandden. De hulpverlening ging hand in hand met prostitutiebestrijding. Jonge moeders werden onderworpen aan een streng resocialisatieprogramma waarin het aankweken van zondebesef centraal stond, gecombineerd met scholing en kinderopvang. Zo’n paternalistisch beschavingsoffensief zou vandaag de dag ondenkbaar zijn, maar voor de meisjes destijds was het misschien wel de enige aanvaardbare uitweg uit de penarie. Het initiatief vond navolging, aanvankelijk vooral in protestantse kring, later ook onder katholieken. De tehuizen werden hoofdzakelijk gefinancierd uit giften via de kerk. Overheidssteun was een zeldzaamheid.
Als je zoiets leest, kun je zoveel decennia later nog steeds plaatsvervangend droevig worden.
Dit artikel is onderdeel van een reeks. Meer lezen? Klik hier.