17 november 2006

Van boetzang tot ootmoed

De elektronische versie van het 'Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal' is een eigenaardig ding. Als je het woordenboek opstart, wordt het programma altijd geopend met een willekeurig lemma. Vandaag was dat

boetzang
(verouderd) boetgezang

Dus wat doe je dan: je kijkt wat 'boetgezang' betekent.

boetgezang
gezang waarin boetelingen zich voor God verootmoedigen

Aangezien geen mens meer weet wat 'verootmoedigen' nou ook weer precies betekent, zoek je dat ook maar op.

verootmoedigen
tot ootmoed brengen

Tja, dat schiet lekker op. Op naar 'ootmoed' dus.

ootmoed
1. gevoel van onderdanigheid, onderworpen nederigheid, m.n. tegenover God
1. de ootmoed zelf; de bron van ootmoed
synoniem: Jezus

Dankzij punt 1. begrijp ik nu eindelijk wat 'boetzang' is, geloof ik. Maar met punt 1. kan ik niet zoveel. Allereerst begrijp ik niet waarom het ook punt 1. is (ik moet er wel bij vertellen dat het eerste punt 1 zwart is en het tweede grijs, maar om dat onderscheid goed te begrijpen moet ik waarschijnlijk diep in de help-functie van het woordenboek duiken), maar verder snap ik niet zo goed hoe 'de ootmoed zelf' een uitleg van 'ootmoed' kan zijn.



Benieuwd wat ik de volgend keer te zien krijg...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten