Liefhebbers van het werk van de dichter Menno Wigman zullen dit boekje met veel plezier lezen. Het is het verslag van een periode van drie maanden die Wigman doorbracht in een leegstaand paviljoen op het terrein van de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder, de plaats waar ook Gerrit Achterberg eens was opgenomen.
Een stukje uit het boek:
Het dorp: een kleine, behoorlijk beschaafde gemeenschap, veel gegoede burgerij en godzijdank ook wat jongens die onnavolgbaar verveeld op het dorpsstation rondhangen. Ze rotzooien wat met sigaretten, dragen merkkleding die er, eerlijk gezegd, niet uitziet en kijken gespeeld onverschillig voor zich uit, opmerkelijk vaak richting Utrecht. Maar ze kunnen mooi hangen.
De inrichting: net zo goed een dorp – met, als ik het goed heb, bijna de helft van de inwoners van Den Dolder zelf. Wordt hier gelopen, dan worden er vooral schoenpunten bestudeerd. Je ziet meer schouders dan gezichten. Veel gehang op bankjes. Roken gaat gulzig en obsessief. The burnt-out ends of smoky days.
Het Vijfde Seizoen, zoals mijn paviljoen met een verwijzing naar Kurt Tucholsky heet, ligt het verst van de portier verwijderd, met één voet op de zoom van een onwerkelijk groot bos. Elke avond lopen hier twee mannen van Unit 14 rondjes. Mocht er iets gebeuren, dan kan ik altijd 6222 intoetsen. Tot nu toe – dit is mijn zevende dag – wordt mijn rust vooral verstoord door het doffe geronk van gevechtshelikopters die vaker dan me lief is over mijn dak razen. Met dank aan vliegbasis Soesterberg.
Hoe meer de verschillende gebouwen hun ziel prijsgeven, hoe meer ik de indruk krijg dat ik aan de achterkant, in de kont van dit dorp verblijf. Hier wordt het linnen gewassen, hier ligt de centrale keuken, het ketelhuis en het – eerlijk is eerlijk, niet meer als zodanig gebruikte – mortuarium. Toen ik gisteravond een brievenbus op het terrein ontdekte waande ik me helemaal in een dorp.
En wat die jongens op het station betreft: zo was ik ook, zo hing ik ook in Santpoort rond. Dodelijk verveelde zomeravonden waarop ik met Roel, Sander en ‘Pokkedijk’ (‘alweer een dag verpest’) in de wachtkamer rondhing.
Menno Wigman, Het Gesticht, Drie maanden Den Dolder
Uitgeverij Prometheus
ISBN 978 90 446 0896 0