Ons voedsel was Spartaansch eenvoudig. Koffie noch thee gebruikten we. Lekkers en snoeperijen waren „bederf voor de tanden”; zoo werden sterke tanden ons aller deel. Elken morgen, als wij uit de handen der Zwitserche bonne kwamen, moesten we op de ouderlijke slaapkamer op appèl komen; daar werd dan inspectie gehouden. Nagels, handen, tanden, alles werd nagezien. Ook de kleeren. Als er ergens een knoop mankeerde, zei Papa: „Als dat met een soldaat gebeurde, ging-ie in het cachot!” Ik moet nog glimlachen, als ik aans ons haar denk. Geen sprietje mocht er van ons hoofd afwijken; met in huis vervaardigde pommade werd alles glad gestreken. We zagen er dan als gladgeschoren, glimmende schapen uit. Maar alle zeven dochters hadden dikke vlechten op den rug hangen. Wel een bewijs, dat het systeem nog zoo slecht niet was!
Een stukje uit het eerste hoofdstuk (‘Toen ik een kind was’) van Het beste voor het hoogste, levensherinneringen van Célestine Oliphant-Schoch. Als je door de verouderde spelling prikt, is dit een verrassend leesbaar en goed geschreven boek. Mw. Oliphant-Schoch blijkt een onvervalst multitalent te zijn geweest. Dat zal voor een flink deel te danken zijn geweest aan de opvoeding – gouvernantes, viertalig thuisonderwijs en een strikte discipline zoals je hierboven kunt lezen. Zo’n opvoeding is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd, nu niet en toen zeker ook niet.
Het boek bevat twee foto’s, waarvan ik de eerste, van Célestine Oliphant-Schoch zelf, al kende (zie hier). De foto van W. Elwin Oliphant was nieuw voor me. Overigens is de eerste foto de S-versie van dit portret (als je je afvraagt waar ik het over heb: zie hier). Het beste voor het hoogste, levensherinneringen van Célestine Oliphant-Schoch
Met een voorwoord van Kommandant Bouwe Vlas
Eerste druk, 4e duizendtal
Erven J. Bijleveld — Utrecht — 1933