Uit een familiearchief:
Gevangenis/Huis van Bewaring te Tjilatjap
Vrijlatingsbewijs (soerat lepas)
Dit vrijlatingsbewijs dient ter verklaring dat de persoon
genaamd
XXXXX,
registratienummer A
33/04 [?],
laatst woonachtig te Tjilatjap,
veroordeeld is door de Tihoo Hōin (opperrechter)
op 15 maart 2605
(Japans keizerlijk jaar, overeenkomend met 1945)
volgens
het vonnis van de Tihoo Hōin Kita Bun In te Tjilatjap,
veroordeeld wegens diefstal onder ontbinding/opheffing,
tot een straf van gevangenisstraf
(details volgen uit dossier [?] no. 577/578/579/[?]),
en is
vrijgelaten op 15 maart 2605,
omdat de straf ten einde is gekomen.
Tjilatjap, 15 maart 2605
De beheerder/administrateur van de gevangenis,
(handtekening
en stempel)
Toelichting – soerat lepas (Tjilatjap, 1945)
Dit document is een zogenoemde soerat lepas, letterlijk een ‘vrijlatingsbrief’, afkomstig van de gevangenis
(Roemah Pendjara) in Tjilatjap
(nu Cilacap, Midden-Java). Het stuk is opgemaakt tijdens de Japanse
bezetting van Nederlands‑Indië (1942‑1945) en dateert van 15 maart 2605, wat overeenkomt met 1945
in de westerse jaartelling.
De soerat lepas diende als officieel bewijs dat iemand
zijn detentie had uitgezeten en weer op vrije voeten was. Zulke
documenten werden vaak op dun papier gedrukt en ingevuld in het
Maleis met Nederlandse invloeden. Ze behoren tot de weinige tastbare
sporen van het gevangeniswezen onder Japans bestuur in Indië.
De vermelding van Tjilatjap
is interessant: deze kustplaats speelde in de bezettingstijd een
belangrijke rol als havenstad en als locatie van interneringskampen
en gevangenissen voor zowel Indonesiërs als Europeanen.
(Fout ontdekt in de vertaling of duiding? Laat het ons weten a.u.b.)