13 september 2025

Stilo: Plagiaat? Nou nee.

Achterkant kabinetfoto Photogr. Atelier E. Preim, Floridsdorf
Op de achterkant van pagina 2, foto 3 van ons album Stilo zagen we voor het eerst het vrouwenhoofd met Jugendstil-kapsel tussen florale elementen, zonder naam van de maker. Bij een zoektocht naar de ontwerper bleek dat er in Europa meerdere versies van dezelfde achterkant van CdV’s en kabinetfoto’s in omloop waren. De eerste vondst was een carte de visite van fotograaf Emil Tenzer uit Jarosław, te koop aangeboden op een Poolse marktplaats. Daarna volgde een foto van J. Dajkovits Nachfolger, gevonden op Typopassage
Achterkant CdV Emil Tenzer
Achterkant foto Kunstanstalt für Photoggraphie J. Dajkovits Nachfolger
Na een tijdje dook er in ons eigen album ook een carte de visite van Emil Preim op met onderin de naam van de lithograaf: K. Krziwanek, en toen kon er gemakkelijker en gerichter worden gezocht. Wat bleek? Er waren heel wat meer fotografen die dit ontwerp gebruikten.
Achterkant CdV Photogr. Atelier E. Preim, Floridsdorf, lithpgrafie K. Krziwanek, Wien
Wie was K. Krziwanek?
Karl Krziwanek was een lithograaf en handelaar in fotografische benodigdheden, actief in Wenen vanaf ca. 1860. Zijn firma produceerde miljoenen kartons voor CdV’s en kabinetfoto’s, en leverde daarnaast studioaccessoires, achtergronden en fotopapier. Na zijn overlijden in 1874 werd de firma voortgezet door zijn vrouw en later, in 1907, overgenomen door Prihoda & Beck. De firma had een eigen lithografische afdeling waar ontwerpen werden gemaakt en gedrukt voor fotografen in heel Oostenrijk-Hongarije.

Is er sprake van plagiaat?
Waarschijnlijk niet. De overeenkomsten tussen de ontwerpen wijzen eerder op:
  • Standaardisatie binnen één lithografisch atelier: fotografen kozen uit een catalogus van ontwerpen die Krziwanek en zijn team aanboden.
  • Licentiegebruik: fotografen zoals Emil Preim, J. Dajkovits Nachfolger en Emil Tenzer gebruikten hetzelfde basisontwerp, soms met kleine aanpassingen (naam, adres, kleur).
  • Esthetische trend: het jugendstil­motief met vrouwelijke figuur en florale omlijsting was populair en werd veelvuldig hergebruikt.
Conclusie
Dit zijn dus vermoedelijk geen gevallen van plagiaat, maar eerder een voorbeeld van industriële esthetiek: één lithograaf leverde gestandaardiseerde, artistiek hoogwaardige ontwerpen aan meerdere fotografen. Daardoor zijn de foto’s niet minder uniek, maar juist onderdeel van een groter geheel en van een kunststroming die nog altijd de aandacht weet te trekken.
Achterkant foto Photokunstanstallt Anitta, Wien
Achterkant foto  J. Kleinberger, Bielitz
(Bronnen: foto 2, foto 3, foto 5, foto 6.)

Stilo, pagina 28, foto 1

Portret van een onbekende man en vrouw

Foto van een onbekende man en vrouw
De laatste foto in ons album is een fraai portret van een vriendelijk ogende man en vrouw. De man (links) zit op een houten stoel met zitkussen. Zijn haar lijkt overgekamd. Hij is gekleed in een net kostuum met opstaande boorden en een witte vlinderdas. Zijn handen rusten op zijn schoot; aan zijn rechterhand is nog net een ring te zien. Hij kijkt recht in de lens met een blik die we gerust schalks kunnen noemen.

De vrouw staat naast hem. Ze draagt een elegante lichte jurk met hoge witte kraag en kijkt schuin van de camera weg, de wijde wereld in. Op de tafel voor hen liggen twee boeken.

Onder de foto staat centraal een wapen met dubbelkoppige adelaar, links de tekst K.u.k. Hof- u. K.u.k. Kammer-Photograph en rechts de naam Pietzner.

K.u.k. Hof- u. K.u.k. Kammer-Photograph betekent hier: keizerlijk en koninklijk hof- en keizerlijk en koninklijk kamerfotograaf:

  • Hof-Photograph: officiële fotograaf voor het keizerlijke hof (ceremoniële en publieke portretten)
  • Kammer-Photograph: fotograaf voor de persoonlijke of privévertrekken van het hof – een nog intiemere rol

Het gebruik van beide titels suggereert een uitzonderlijk hoge status binnen het fotografisch beroep, met erkenning van zowel de centrale monarchie als het Oostenrijkse hofapparaat. Deze titels waren niet zomaar decoratief: ze werden officieel toegekend en golden als keurmerk van prestige. Fotografen met deze aanduiding mochten vaak het keizerlijke wapen voeren op hun kartons en genoten bijzondere privileges.

Op de achterkant zien we dan ook Allerhöchste Auszeichnungen: Staatspreise, Grand Prix, Goldene Medaillen uit Wenen, Parijs, Londen, enzovoort. Daaronder:

C. Pietzner
K.u.k. Hof- u. K.u.k. Kammer-Photograph
Telephon
Künstlerische Photographien u. Malereien
Specialität: Moderne Photographie

Verder een overzicht van elf filialen en daarnaast, bij Platten No./Posen No., met de hand geschreven: 22247.
Achterkan van de kabinetfoto, met de informatie die hier besproken wordt
Er vallen een paar dingen op. Allereerst de vermelding Telephon zonder nummer. Mogelijk is de kaart gedrukt vlak nadat de studio een telefoonlijn had laten installeren, maar vóórdat het nummer officieel was toegekend of breed gecommuniceerd. Het woord functioneerde dan als aankondiging: “wij zijn telefonisch bereikbaar – meer informatie volgt.” Het kan ook te maken hebben met de filialen: misschien werd er later een nummer met de hand of stempel toegevoegd (wat hier niet is gebeurd). Daarnaast hadden sommige steden lokale netwerken zonder vaste nummers; de bereikbaarheid verliep via telefonistes. Je vroeg dan simpelweg om “Fotograf Pietzner in de Mariahilferstrasse”. Het vermelden van een nummer was dus niet altijd noodzakelijk.

Ten tweede de aanduiding Moderne Photographie. Rond die tijd verwees dat naar:

  • het gebruik van droge platen in plaats van nat collodion – sneller, betrouwbaarder, en minder chemisch gedoe in de studio
  • elektrisch licht in plaats van daglicht of gaslampen (door Pietzner elders expliciet vermeld)
  • kortere sluitertijden, waardoor ook kinderen en onrustige modellen beter konden worden vastgelegd
  • retoucheertechnieken, zoals airbrush of potloodbewerking, waarmee portretten werden verfraaid
Moderne fotografie was natuurlijk ook een statement. Het positioneerde Pietzner als vooruitstrevend en technologisch geavanceerd, wat vertrouwen wekte bij een elitair publiek. Het onderscheidde hem van kleinere studio’s die nog met verouderde methodes werkten, en sloot naadloos aan bij de mentaliteit van de Belle Époque: vooruitgang, elegantie en verfijning.
Carl Pietzner rond 1909
Volgens de Duitse Wikipedia kwam Carl Pietzner in 1927 door zelfdoding om het leven; dit wordt bevestigd door een bron in de Österreichische Nationalbibliothek.