In romans spreekt de geest van de schrijver verdicht, in oude brieven zie je wat die geest op dat moment bezighield. Nagenoeg alles wat W.F. Hermans geschreven heeft, is de tijd en moeite van het lezen waard, ook zijn brieven – ook veertig jaar na dato. Je kunt het zien als een groot ego aan het werk. Je kunt het ook anders zien. Het is aan de lezer.
WFH kan in zijn brieven een onvervalste hufter zijn, lees de diverse briefwisselingen er maar op na. Des te vervelender dat hij eigenlijk altijd gelijk had, zoals iedereen weet.
--
Willem Frederik Hermans aan H.J.A Hofland, 13 november 1967
Aangetekend ('t mocht eens 'zoekraken')
Brave Henk,
Ik kreeg een briefje van Rudy Kousbroek. Volgens jouw telefonische verhalen zou op het Handelsblad 'geen enkel schriftelijk bewijs aanwezig zijn dat Rudy Kousbroek dat stukje ooit verstuurd had', maar dat ligt niet aan Rudy Kousbroek, zoals ik trouwens wel wist.
Het is mij overigens niet ontgaan dat ik je wel vijf keer heb moeten opbellen om enige beweging in je te voorschijn te roepen.
Ik wil nog op één ding wijzen:
Hoeveel druk ik ook op mijn behulpzame vriend Henk heb moeten uitoefenen, op Rudy Kousbroek heb ik geen enkele druk uitgeoefend. Hij had zijn weerlegging van het geleuter van Poll geheel spontaan geschreven, na zich even spontaan te hebben geërgerd aan Poll's impotente gepollepel in het Handelsblad van 12 september j.l. Ik had hier zelfs met Rudy Kousbroek helemaal niet over gesproken, vóór het ogenblik waarop hij mij de doorslag van zijn anti-Poll artikel liet zien. Ik vind het wel van belang dit nog even zwart op wit te zetten.
Over Poll nog het volgende:
Ik heb een hekel aan het beroep doen op diploma's, titels of bevoegdheden, maar kan in dit geval niet nalaten mij te herinneren dat Poll nooit enige natuurwetenschap heeft bestudeerd.
Ik kan me vergissen, maar ik geloof niet dat de hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad zou toelaten dat b.v. de redacteur-wielrennen, uit raadselachtige rancune, in dat blad ging beweren dat Pen niets van staatshuishoudkunde en economie afweet, of dat Röling een imbeciel is op juridisch gebied.
Tegenover mij schijnt echter alles geoorloofd te zijn, want ik heb immers wel eens een roman geschreven en daarmee verklaart elke Nederlandse wetenschapsbeoefenaar zichzelf vogelvrij, wanneer het tenminste een goede roman is. En dat niet alleen: zelfs kan het de adjunct-hoofdredacteur niet schelen wanneer de redacteur-wielrennen het publiceren van een tegenstem verhindert of saboteert.
Overigens geloof ik helaas dat ook Rudy Kousbroek niet veel reden heeft zich trots op de borst te kloppen. Zijn optreden tegen André Malraux b.v. is heel wat cordater dan dat tegen Poll. Zo zie je maar weer eens de macht van het, nee, de kleine, n.l. Poll.
Het is best mogelijk dat jij in je eigen ogen een bijzonder gewiekste en diplomatieke regelaar van 'kwesties' bent en bovendien mijn allerbeste vriend. Blijf dat, voor mijn part. Ik wil niemand zijn laatste restje zelfrespect ontnemen.
Maar als je nog eens lust mocht krijgen in Groningen of omgeving een bezoekje af te steken, kom dan liever niet bij mij.
De vriendschap van sommige mensen verschaft op den duur zo weinig genoegen, dat het genoegen hen te minachten veel en veel groter is.
Doorslag aan Rudy Kousbroek
--
Uit:
Machines en emoties
Willem Frederik Hermans - Rudy Kousbroek - Ethel Portnoy
Een briefwisseling, bezorgd door Willem Otterspeer
ISBN-13: 9789023440925
Geen opmerkingen:
Een reactie posten