Contragewicht
Er is een land dat ik met pijn verliet,
Er is een land dat ik met pijn bewoon.
Een derde land daartussen is er niet.
Mijn leven volgt een zonderling patroon:
Want waar ik heenga voel ik me niet thuis
En waar ik thuis ben wil ik telkens weg.
De grens wordt smal tussen geluk en kruis,
Steeds minder denk ik wat ik hardop zeg.
Ik heb, om aan dit noodlot te ontkomen,
Een derde land verzonnen in mijn hoofd,
Een land vertrouwd met leugens en fantomen.
Aan diepgewortelde en zware bomen
Hangen honkvast de loden trossen ooft
Van al mijn vederlicht geworden dromen.
Gerrit Komrij
Uit: Luchtspiegelingen: gedichten, voornamelijk elegisch, De Bezige Bij, Amsterdam, 2001.
Landgoed De Horst, Driebergen