En wij armen, wij menschen, wij voelen de dwaling het sterkst, wij voelen haast niets anders, en wij zijn verwond, verbijsterd, verpletterd.
Het is of wij moeten smeeken tot woud en wolken, tot neevel en zonnegoud: O stilte! stilte! — om na te denken en te peinzen. Er is iets ontzettends gebeurd, wij hebben ons vergist. Het is alles waan en dwaling, onze vreugde, ons geluk, onze lusten en pretjes, alles waarvoor wij geworsteld hebben en gekampt. Alles fout! alles om niet! alles mis!
Het roode lampje. Signifische gepeinzen. Door Frederik van Eeden. Deel 2.
Amsterdam - W. Versluys - 1921
Zie ook:
Donker-donkerrood
Significa