28 mei 2010

Donker-donkerrood

Omslag
Het roode lampje. Signifische gepeinzen. Door Frederik van Eeden. Deel 1.


Credo....

In het Klooster.

1. Nu de diepst moogelijke oprechtheid! Ik wil waarheid, waarheid, niets dan waarheid en de gansche waarheid. Daarbij wil ik mij om iets anders niet bekommeren. Met ingehouden adem wil ik waarneemen, hoe de naald wijst van het kompas in mijn ziel. Ze trilt en schommelt, maar keert toch telkens terug in ééne richting. Er is een Waarheid, en die heet ook Werkelijkheid en ook Zaligheid. En daaraan hebben wij deel, anders zouden wij niet naar het geheel verlangen.

2. Somtijds op enkele zeldsame en wondervolle momenten, krijg ik een korte gewaarwording van het Weezen dat dierbaar is en oneindig tegelijk, en van zijn oneindige, ooveral heerschende werksaamheid. Ik heb het eens gedroomd in den vorm van een eindeloos uitgestrekt veld, waarop alles leefde en bewoog, als een woelende lava-massa, de boodem bewoog in kolken en er verreezen en verzonken wonderlijke groeisels zoover het oog reikte. En dat was het eeuwig-scheppende en weeder vernielende Weezen, de Oer-geest, de Al-ziel, de krachtbron van alle beweeging, de Bedenker van alle natuurwetten, de Droomer van alle Lust en Schoonheid, de altijd-door nieuwe Zegger en Doener, de Verzinner van steeds nieuwe vreugden en Brenger van steeds nieuwe, voor de Vreugde noodzakelijke smarten. En daarbij zoo innig, zoo teeder, zoo lief, zoo dierbaar, zoo zacht en minnelijk.
"Zuigkindjens donzen kopje aan ouder-wang!"

3. Maar wacht! die Innige en Teedere beweegt ook de sterren, de zonnen doet hij wentelen, Algol en Arcturus en Sirius — veel machtiger dan onze zon en licht-eeuwen verwijderd, en de Melkweg doet hij fonkelen van miljioenen en miljioenen zonnen .... Wacht éven! eer we nog één woord zeggen: vergeet de verhoudingen niet. Bedenk toch bij elk woord de verhoudingen! "Geen Algol, geen Electron is ooit zoek" zegt de dichter Adwaïta. Electron, het duizendste van een atoom, beweegt in licht-snelheid, maakt biljioenen trillingen in de seconde. En Algol, de Zon waarbij onze zon nietig is ...
De botsing van twee Algol's kan gansche zonnestelsels vervluchtigen. En zulk een botsing kan heeden geschieden en oover twee duizend jaren eerst tot ons koomen als licht-bericht. En de Melkweg is geen kristal-zand, maar een strooisel van zonnen. Denk om de verhoudingen! bij al wat ge oover den Algeest zegt. Hij is vlak bij ons, in ons, één met ons — maar ook ver! ver! vreesselijk en hoopeloos ver. Het moest ook niet klinken: "Hij" of "Zij." Dat kan misleidend zijn. Waarom altijd "Vader" en niet "Moeder"? Is dat misschien joodsch? Maar het is veel te menschelijk. Er is zooveel onzinnigs in ons machteloos woordspel. Onthoud het! — vergeet het nooit, het kan niet genoeg herhaald: denk om de valschheid aller woorden! — en denk om de verhoudingen! Dat moeten de wachters zijn voor onze lippen. Zooals de wè1-toegeruste duiker afdaalt in de diepe zee, terwijl de zuurstof hem in buizen wordt toegezonden — zoo moeten wij, dalend in de diepten van het oneindige en onbegrijpbare, blijven ademen door het besef van de immense verhoudingen, en de valschheid der woorden.
Volledige tekst hier.

Zie ook Langzaam lezen.