10 april 2013
Atoom-padvinders
De Waarheid, 22-11-1960:
Atoom-padvinders
De heer J. J. van Bommel, hoofdredacteur van het BB-orgaan „De Paladijn" is boos. In het nummer van november 1960 foetert hij tegen „persorganen en schrijvers, die van huis uit of van nature weigeren de BB serieus te nemen." Nu zijn wij, communisten, noch van huis uit noch van nature tegen de BB. Men heeft mij thuis nooit een waarschuwing tegen de BB meegegeven en ook mijn instinct heeft er weinig mee te maken. Alleen mijn verstand geeft me mijn weerzin tegen het padvinderen op het terrein der atoomsplitsing in. Padvinderen moet tot de jeugd beperkt blijven. Zodra ik een hopman zie met té mollige en té witte knieën onder de korte broek, wordt de gal al in mijn lever losgemaakt. En als zo'n padvinder dan nog met handblussers en vuurzwepen een H-bom te lijf wil, loopt die gal over. Ik heb tweemaal de twijfelachtige eer gehad een BB-oefening gade te slaan. Eenmaal in Hilversum en eenmaal in Den Helder. Ik hoefde niet naar de plaats van handeling te zoeken, want er was tevoren bekend gemaakt waar de bom zou vallen. Tijd en plaats waren al weken vastgesteld, als gold het de intocht van Sinterklaas.
Dat was de fundamentele stommiteit. Je kan van de vijand niet verwachten, dat hij de heer Van Bommel en zijn mede-hoplieden vooraf waarschuwt waar en wanneer hij zijn bom gaat gooien. Zelfs de vriendelijkste vijand doet zoiets niet.
Bovendien: als er een atoombom op de gasfabriek van Den Helder valt, dan staat er geen fabriek meer. Dan is Den Helder ex-marinebasis. Dan hebben de padvinders en padvindsters in BB-overall niets aan hun waterspuiten en vuurzwepen. Dan zijn zij niet meer te onderscheiden van het wrakhout, dat op de kolkende zee boven geheel westelijk Nederland drijft. Dan zwijgt de ondergrondse commandopost bij Honsholredijk of St. Maartensvlotbrug, want er staat vijf meter water boven.
De heer Van Bommel vergist zich als hij De Waarheid rekent tot de persorganen die de BB niet serieus nemen. Wij nemen haar wel serieus, heel serieus zelfs, ook al spotten we met het dilettantisme en de poeha van de BB-hoplieden.
We hebben zelfs de hoop niet opgegeven, dat bij de tegenwoordige stand van de wetenschap het geval-BB nog te genezen is. Want schrijft de heer Van Bommel niet dat bij de ondergrondse oefening in Berg en Dal ook psychologen waren betrokken „om te onderzoeken of en in hoeverre er zich bij de deelnemers aan COPEX afwijkingen hebben voorgedaan"?
Mag ik voorstellen om het psychologisch onderzoek uit te strekken tot alle bovengrondse BB-hoplieden? Dan komt er uit de oefening in Berg en Dal misschien nog iets meer dan een blindedarm…
Labels:
BB,
Berg en Dal,
Copex,
Gelderland,
geschiedenis
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten